2. De eerste opnamedag
In de aanloop naar de eerste, losse opnamedag was ik drie weken lang, elke dag met de voorbereidingen bezig. Ik ben zelden zo druk geweest, maar ook zelden zo gelukkig. Want de film ging er gewoon komen!! Als ik terugdenk aan deze weken weet ik zeker dat films maken iets voor mij is, aangezien ik de druk die op mijn schouders kwam met grote liefde droeg. Mijn drijfveer bleef.
Wat moest er dan nog allemaal gebeuren voor we echt de Maashorst op konden? Nou, de kostuums passen, de locatie verkennen, de crowdfunding onderhouden, laarzen regelen want het terrein bleek deels onder water gelopen, het script bijwerken, het script oefenen, een draaiplan maken, een shotlist maken, de opnameapparatuur huren, rondvragen voor extra kleding want we hadden blijkbaar nog niet alles, nadenken over wat we gaan eten, een transportschema maken, de materiaallijst opstellen, krekels bestellen, de callsheet maken, de krekels voeren, hopen dat het weer zou meevallen, een regenplan maken… omdat we een klein productieteam hebben kwam er veel op mijn bord terecht. Meestal zouden meerdere mensen dit allemaal oppakken. Maar ik vond het tof om te doen en heb er veel van geleerd.
Met mijn cameraman Sietse had ik op 1 mei alle spullen opgehaald in een brakke gehuurde bus. We hadden een dikke Panasonic met een ontzettend geile lens, een pareltje uit de jaren '70 zo lang als mijn onderarm. Toen kwam de dag inderdaad daar, 2 mei. Big Day. We hadden ongelofelijk veel geluk met het weer. Stralende, warme zon tot het eind van de middag, een paar wolkjes. Ergens daarna zou er wel een dikke storm komen. Maar we hadden de tijd.
De productie kwam enigszins stroef op gang. De acteurs gingen bij mijn pa thuis in Vlijmen in de schmink, maar er was een probleem met de kostuums. Het was niet duidelijk hoe de beenstukken, gebaseerd op de kleding van Ötzi, aan moesten. Ik had er notities over gemaakt, maar ik was met de rest van de crew al richting de Maashorst gegaan om de uitvalsbasis op te bouwen. Helaas vertraagden we zo wel driekwartier, en begonnen de opnames in totaal een uur later dan gepland.
Met iedereen in laarzen gehesen trokken we door het natuurgebied, onder begeleiding van boswachters Marc en Arjen. Door de hevige regenval was er op grote delen van de Maashorst een laag water komen te staan. Een vloek en een zegen, want hoewel de logistiek zo een stuk moeilijker werd gaf het gelegenheid voor prachtige shots. We liepen naar de eerste filmlocatie, een echt bizonkadaver. Staatsbosbeheer had haar een maand tevoren af laten schieten omdat ze oud en ziek was, er was geen kwaliteit van leven meer. In dit natuurgebied laten ze het kadaver vervolgens op een discrete plek liggen en vergaan. Toen ik met acteur Luqman en cameraman Sietse de locatie ging verkennen met de boswachters, lieten ze ons het verse kadaver zien, toen nog vol met krioelende maden. De verschijning was zo indrukwekkend, gaf zo'n heftig idee van de dood, dat ik het onderdeel wilde laten zijn van de film. Toen we er gingen filmen, op 2 mei, was het kadaver "droog", dat wil zeggen er was alleen nog huid en botten (en een hoop vliegen).
In totaal een uur later dan gepland ving dan eindelijk het filmen aan. Het was zo warm dat we de bontjassen, prachtig gemaakt van muskusrattenbont, niet konden gebruiken.
De eerste scène was eenvoudig: de twee hoofdpersonen ontmoeten elkaar bij het kadaver. Een begroeting, een omhelzing. Maar bij het eerste shot liepen we al tegen een van de moeilijkheden aan die ontstaan wanneer je een 'natuurlijke' oertijdomgeving wil scheppen: we hadden een prachtig wide shot opgezet, net een schilderij, maar in de hoek van het beeld zag je een geringde boomstam. Met een zaag was een rechte strook schors verwijderd, heel typisch modern spoor. Een andere hoek met de camera was echt minder mooi. Keuzes maken! We losten het op door een flinke tak voor de boom te leggen, en je moest daarna wel heeeeel goed kijken om de rechte ring te ontdekken.
Er ontstond bij het oefenen van de scène een interessante dynamiek tussen script en spel: het script was de richtlijn, maar er kwamen aanpassingen wanneer iets niet natuurlijk voelde. De acteurs hadden zelf regelmatig eigen inbreng wat betreft tekst en spel, en de scènes werden zo geleidelijk veranderd, verbeterd en verrijkt. Mijn streven om de deelnemers aan de film mede-eigenaarschap te geven lukte!
Met de ochtendscène voltooid hadden we nog ruim de tijd om te filmen bij de wisenten. We konden alle tijd nemen, wat ook nodig was, want de dieren werkten zoals verwacht niet meteen mee. Meebewegen met de natuur was ons motto. Ze stonden in dit geval, heel eerlijk, net op een kutplek. Voor een hekje en palen. En achter het hekje stond een meneer in paarse jas foto's te maken. Hij had de tijd van z'n leven zo dichtbij de kudde als hij was, maar ik beet op mijn kiezen omdat het niet zeker was of we het moneyshot konden draaien. Een moneyshot is het belangrijkste, meest spectaculaire shot wat je draait voor een film. In onze voorbereidingen was dit het shot waarbij je de acteurs tegelijk met de bizons zag, het magische moment waar je de aanwezigheid van de dieren echt maakt. Maar als de kudde gewoon geen zin had om op een mooie plek te gaan staan, dan was er helemaal niks aan te doen.
De kuddebeheerder, Arjen, zei dat we konden omlopen. Met een halfuur verder banjeren door het water konden we achter het hekje komen. Maar voor hetzelfde geld waren de dieren dan op een compleet andere plek. Ik stelde voor om te wachten. We konden blijkbaar vanaf hier wat meer het veld in lopen, en zo hopen op een betere hoek. De wisenten hadden ons inmiddels gezien en waren aan ons gewend, zodat we een stukje dichterbij konden.
En jawel! Ze gingen weg bij dat stomme hekje! Hoewel het niet de meest prachtige hoek was, kregen we de acteurs met kudde in beeld. Arjen zei dat we nog wel wat dichterbij konden, en dat we konden filmen vanaf een heuveltje midden op het veld. We liepen alleen met Arjen, de acteurs, Sietse en ikzelf, om onze aanwezigheid zo klein mogelijk te houden. De hoek was hier nóg mooier, en de kudde was op een weergaloze plek gaan staan. In een laag water, voor een schone bosrand met kunstige dennen en berken. En ze zaten te pronken, zo leek het, ze keken trots, spetterden water in het rond bij het lopen, en een van de dieren maakte een sprongetje. Dat deed ik ook. Ik had het niet durven dromen. We konden nóg een stukje dichterbij, en toen nóg een stukje. We zaten op slechts 50 meter van de wisenten. Ik kreeg tranen in mijn ogen omdat het lukte, na al die voorbereidingen was het magische shot gelukt.
En toen waren ze d'r klaor mee. 't Was mooi geweest. De hele kudde begon op ons af te lopen. Geen draf, maar wel een loopje met een duidelijke boodschap. Dit zag er spectaculair uit maar ook wel op de manier dat je dacht, "Nou, hier wil ik niet te lang naar blijven kijken." Het was ongelofelijk: in dezelfde minuut dat ze op ons af kwamen lopen verdween de zon achter de wolken en begon de wind te waaien. De storm kondigde zich aan. We pakten onze spullen en vertrokken. Het was 17:00, de werkdag was voorbij. It's a wrap!!
Mei 2024